Jantje zegt: “Ik ga naar de verjaardag van de enige zoon van de man van mijn tantes enige broer”
Naar welke verjaardag gaat Jantje?
Jantje zegt: “Ik ga naar de verjaardag van de enige zoon van de man van mijn tantes enige broer”
Naar welke verjaardag gaat Jantje?