Een jonge vrouw komt bij haar dokter met klachten over pijn. “Waar doet het zeer?” vraagt de dokter. “Het doet overal zeer, u moet me helpen”, antwoordt de vrouw. “Wat bedoelt u met overal?” vraagt de dokter, “wees eens een beetje specifieker.”
De vrouw wijst met haar wijsvinger naar haar rechterknie en gilt: “Auw, dat doet zeer.” Daarna raakt ze haar linkerwang aan en gilt: “Ahh! Dat doet ook zeer.” Daarna raakt ze haar rechter elleboog aan, “Oooh, zelfs DAT doet pijn”, huilt ze.
De dokter controleert haar gedurende een tijdje bedachtzaam en vertelt haar daarna de diagnose, “U hebt een gebroken vinger.”